959
Wordt Montabaur voor het eerst
onder de naam Humbach in een
oorkonde genoemd.
In die tijd was Humbach de residen-
tie van de Konradiner graaf Hermann
im Engersgau – later bekend als
hertog Hermann von Schwaben. De
oorkonde, waarvan het origineel zich vandaag de dag in het
Landeshauptarchief van Koblenz bevindt, handelt over het
wijden van een op een stenen fundament gebouwde kerk
door de aartsbisschop van Trier.
1018
Kwam de nederzetting Humbach onder beheer van de
aartsbisschop van Trier tegelijkertijd met het Florin klooster
in Koblenz.
1227
Bouwde Aartsbisschop Dietrich II. von Wied de burcht Humbach
verder uit om het Trierer Bezit in het Westerwald zeker te
stellen en als afweer tegen de graven van Nassau. Ter
herinnering aan zijn kruisvaart 1223/24 gaf hij het kasteel
de naam van de Bijbelse berg Tabor. De naam van de huidige
stad is afgeleid van Mons Tabor.
1291
Ontving Montabaur stadsrechten van koning Rudolf von
Habsburg. De Stadt Montabaur ontwikkelde zich tot één
van de handelscentra van het Westerwald. De handel kon
floreren, doordat de Montabaurer kooplieden door een
privilege, verleent door de Duitse keizer, gedurende meerdere
eeuwen tolvrijheid tussen Keulen, Wetzlar, Frankfurt en Mainz
genoten. In het bijzonder de gilden voor de ijzer-, textielen
lederhandel brachten aanzien en welstand.
1491, 1534, 1667
Bij drie grote stadsbranden werden grote delen van de binnenstad
verwoest. Dat bracht sterke economische teruggang
met zich mee. Ook epidemieën en belegeringen onderging de
stad. In het bijzonder de dertigjarige oorlog (1618-1648) trof
Montabaur hard.
1794
De Franse revolutie maakte een einde aan de keurstaat Trier,
die sinds 1794 alleen aan de rechter (oosterlijke) zijde van
de Rijn bestond en als gevolg daarvan geen enkel politiek
belang meer had. In 1802 eindigde de heerschappij van
keurvorst en aartsbisschop Clemens Wenzeslaus. Als gevolg
van het „Reichsdeputationshauptschlusses“ gingen in 1803
zijn keurlanderijen over in Nassauer bezit.
1866/67
In 1866 verloor hertog Adolf van Nassau, als bondgenoot
van Oostenrijk, in de „Bundeskrieg“ zijn hertogdom aan
Pruisen. Het vormde vanaf dat moment het regeringsdistrict
Wiesbaden van de provincie Hessen-Nassau. Een verordening
uit 1867 verdeelde het regeringsdistrict Wiesbaden in
twaalf regio’s (Kreise). Daarbij werd uit de districten Selters,
Montabaur en Wallmerod het Unterwesterwaldkreis met
Kreisstad Montabaur gevormd.
1945/46
Als in 1945 eerst Amerikaanse en aansluitend Franse
troepen het voormalige Nassauer gebied bezette, namen
de geallieerden het totale bestuur over. Op 2 januari 1946
werd de provincie Rheinland-Hessen-Nassau met de hoofdstad
Koblenz opgericht. De vier Kreise Diez, St. Goarshausen,
Montabaur en Westerburg werden samengevoegd tot het
regeringsdistrict Montabaur, met in totaal 385 steden
en dorpen.
1968
Als onderdeel van de bestuursveranderingen van 1 oktober
1968 werd het district Montabaur opgeheven en aan het
regeringsdistrict Koblenz toegevoegd.
1972
In april 1972 werd de “Verbandsgemeinde” Montabaur
gevormd door het samenvoegen van 24 kleinere gemeenschappen
met de stad Montabaur.
Van kloostertuin, via kermisplaats naar het huidige marktplein. Dat is de geschiedenis van het moderne plein in het hart van de stad. Behalve de nieuwbouw van het gemeentehuis bevinden zich hier talrijke winkels, banken en horeca gelegenheden.
De figuur aan de gevel van het huis tegenover de nieuwbouw van het gemeentehuis, doet dat wat veel burgers soms graag zouden doen: De jongen wijst elk kwartier naar zijn voorhoofd in de richting van het stadhuis. Als schoenmakersleerling herinnert hij aan de handwerkers traditie van Montabaur als schoenmakersstad.
De stad Montabaur – altijd al gunstig aan grote handelswegen gelegen – ontving in 1291 stadsrechten en ongeveer tegelijkertijd het marktrecht. Daarmee was de hoeksteen gelegd voor de ontwikkeling van de stad als centrum van de regio. Tot vandaag de dag bepalen de weekmarkt en talrijke andere markten gedurende het jaar het leven in de stad.
In de Kirchstraße bevinden zich de vakwerkhuizen van de oude patriciër families. De vele verschillende gevels zijn een goed voorbeeld van het gevarieerde straatbeeld van een oude stad in het zuidelijk Middenrijnland. De huizen hier, zoals ook die aan de Grote- en Kleine markt, stammen overwegend van eind 17e begin 18e eeuw.
De kerk geldt als de eerste kerk in het gebied van het zuidelijke Westerwald. Het eerste bouwwerk werd in 940 van hout gebouwd, in 959 volgde het tweede, dan op een stenen fundament. Zij werd aan de Heiligen Petrus en Georg gewijd. Aan het huidige gebouw werd eind 12e eeuw begonnen en het kwam in midden van de 14e eeuw gereed. In de daarop volgende jaren moest de kerk na branden en verwoestingen steeds weer herstelt en opnieuw opgebouwd worden. In 2003-2007 werd het voor het laatst geheel gerestaureerd.
De geleerde en pedagoog Joseph Kehrein heeft het schoolwezen van Montabaur vorm gegeven en is sinds 1873 ereburger van de stad. Hij is in 1855 als directeur van het katholieke lerarenseminaar naar Montabaur gekomen en heeft zich daar voortdurend voor de opbouw van het onderwijs in de stad ingezet. Tot vandaag de dag is Montabaur een belangrijk onderwijscentrum in het zuidelijke Westerwald – dankzij Joseph Kehrein.
De oude dodenkapel van het vroegere kerkhof is ingebouwd door een aantal vakwerkhuizen naast de parochiekerk. De kapel werd rond 1300 gebouwd en wordt ook wel de Annakapel genoemd. Tot de huizen behoren enkele gebouwen waarin vroeger de hulppredikanten/kapelanen woonden. Ook de jongensschool was hier een tijd gevestigd.
Gebück noemde men het ondoordringbare struikgewas achter de kerk. Het Gebück en de Schwedenturm waren deel van de oude stadsvesting. Verbazingwekkend is dat de toren zo op de rotsen gebouwd is dat hij oorspronkelijk 1,5 meter over de helling hing en daardoor hoog over het er onder liggende Sauerdal zweefde.
In de middeleeuwen woonde in deze straat de Montabaurer Joden. Zij verlieten de stad gedurende de grote pest epidemieën van 1348 en 1350, want men gaf hen de schuld van het uitbreken van de ziekte en vervolgden hen daarvoor. In de daarop volgende eeuwen kwamen er weer Joden naar Montabaur, zij vestigden zich in het voorste en achterste deel van de Rebstock.
Oorspronkelijk bevond zich in het imposante gebouw de herberg „zum Heiligen Geist“, die in 1476 voor de eerste keer vernoemd wordt. In de 18e eeuw verbleven hier de offcieren, baronnen en graven die soldaten voor hun regimenten wierven. Vandaar de naam „Werbhaus“ die ook de steeg haar naam gaf.
Op de kleine markt werd in de middeleeuwen dagelijks een melkmarkt gehouden. Het plein wordt ook wel „Trichter“ (trechter) genoemd, omdat de Kerkstraße zich hier, door een naar voren springend vakwerkhuis, duidelijk versmalt. De façade van het huis geeft als bouwjaar 1682. Duidelijk zichtbaar zijn hier de vele leiplaten façaden die zeer kenmerkend zijn voor de regio en altijd aan de (regen)slagzijde van het huis bevinden.
Het is heel waarschijnlijk dat Montabaur vroeger een eigen wijnberg had aan de voet van de oude burcht Humbach. Vandaar de naam Rebstock voor het stadskwartier. In de straten, Vorderer (voorste-) en Hinterer (achterste-) Rebstock woonden veel Joodse burgers – tot aan de vervolging gedurende de Nazi periode. Zij waren meestal als kooplui of veehandelaar actief. Op Vorderer-Rebstock nr 26 bevond zich het gebedshuis van de joodse gemeente totdat in 1889 een synagoge in de Wallstraße gebouwd werd.
Het gele slot is het icoon van de stad Montabaur. Zijn karakteristieke silhouet en de opvallende gele kleur zijn van verre zichtbaar en alom bekend. Het slot werd gedurende de baroktijd 1687-1709 in zijn huidige vorm gebouwd op de plaats van de voormalige burcht Humbach. Sinds 1969 is het slot eigendom van de Akedemie Deutscher genossenschaften (AOG), die er een conferentiehotel; kongresscentrum en de ADG-Business school ondergebracht heeft.
De Worfsturm werd waarschijnlijk in het midden van de 14e eeuw
gebouwd en is de grootste toren van het oude verdedigingswerk.
Hij is 20 meter hoog en in 2 verdiepingen verdeeld. Hij diende
gedurende vele jaren als gevangenis. Rond 1600 werden hier de
mannen, vrouwen en meisjes gevangen gehouden en de heksenprocessen
(inquisitie) gehouden.
>> de Wolfsturm is gesloten en kan niet bezichtigd worden.
In het Franse Burgrund ligt de zusterstad Tonerre. De bronzen sculptuur op de Burgunderplatz verenigt de silhouetten van de beide steden en toont daarmee de veelzijdigheid van de langjarige verbondenheid.
Een deel van de oude stadsmuur bevindt zich vandaag de dag midden in de binnenstad van Montabaur. Een klein park met de Fröschbrunnen (kikkerbron) nodigt uit om er te relaxen en om er jeu de boules te spelen. Kunstenaars uit de stad gebruiken het park voor culturele activiteiten en gebruiken de muur om er hun werk te exposeren.
De leeuwenkop op de bron duidt op de oorspronkelijke functie van de plaats als gerechtshof. Het water uit de bron is drinkwater en smaakt daadwerkelijk zuur (zoals de naam aangeeft), dit als gevolg van het feit dat het een zeer hoog gehalte aan koolzuur (meer dan 2.000 mg/l) en ijzer heeft. Daardoor wordt er een helende werking voor allerlei ziekte aan toegeschreven.
In 1989 werd op de plaats van een oude bron de huidige marktbron ingewijd. Op de zuil zijn de 13 voormalige stadspoorten en de symbolen van de 13 middeleeuwse gilden afgebeeld. Ook een overzicht van de stadsgeschiedenis is erop te zien. Op de bron bevinden zich de wapens van de stad en de stadsdelen.
Lange tijd (minstens sinds 1589) was in dit gebouw een befaamde herberg ondergebracht. In het midden van de 18e eeuw kwam het hier tot een heftige familiestrijd, welke met een doodslag eindigde. Als gevolg daarvan werd het op keurvorstelijk bevel gedeeld, wat nog aan de gevel en aan de winkeldeling op de begane grond te zien is. Het vermoeden is, dat zich op de zolder de zoutopslag van de stad bevond. De keurvorsten van Trier, die de heerschappij over Montabaur hadden, hadden namelijk het staatsmonopolie op de zouthandel.
Het imposante bakstenen gebouw in nieuw gotische stijl stamt uit 1870. Het is reeds het derde gemeentehuis op deze plaats. Het gemeentehuis wordt ook wel „Roter Löwe“ (Rode leeuw) genoemd, doordat de leeuw het symbool voor het recht is en er vroeger rechtspraak gehouden werd. Nog steeds is er de werkkamer van de burgermeester gevestigd.
Het kleine vakwerkhuis, vooraan links, is waarschijnlijk het oudste woonhuis van de stad. Tijdens het renoveren werd een balk met het jaartal 1500 ontdekt.
Het opschrift op de barrokken voorgevel liet de Familie vom Stein aanbrengen, aan wie het huis van 1678 tot 1780 toebehoorde. De familie – een adellijk geslacht van hoog aanzien – bewoonde het huis niet zelf, maar verhuurde het aan delegaties van belangrijke instanties of bekleders van belangrijke posities binnen de overheid van Montabaur.
In de Judengasse zijn resten van de oude stadsmuur te zien. Daaronder de kleine toren, die behalve een militaire functie, ook diende als gevangenis voor de burgers, welke voor kleine vergrijpen bestraft werden.
De stad Montabaur biedt een breed spectrum aan rondleidingen
aan. Van een klassieke rondleiding voor iedereen tot thema
gerelateerde rondleidingen en culinaire rondgangen met
regionale specialiteiten. Vraag na bij de toeristeninformatie,
wij adviseren u graag.
Informatie en aanmelding via
Toeristeninformatie
Tel. 02602/126-272 oder 126-777,
E-Mail: stadtfuehrungen@montabaur.de
Overige informatie kunt u vinden bij:
Toeristeninformatie
Verbandsgemeindeverwaltung
Montabaur
Konrad-Adenauer-Platz 8
56410 Montabaur
Telefoon (0 26 02) 126-777
tourismus@montabaur.de
www.montabaur.de
Openingstijden van de toeristeninformatie:
Mei tot Oktober
Maandag - Vrijdag: 09.00-18.00 uur
Zaterdag: 11.00-13.00 uur
November tot April
Maandag - Woensdag: 09.00-16.00 uur
Donderdag: 09.00-18.00 uur
Vrijdag: 09.00-15.00 uur